Vervolg nierstenen
Nierstenen zijn vaak jarenlang aanwezig in de nier met weinig of geen klachten. Komen ze echter in de urineleider(plaatje) terecht dan geeft dit meestal forse aanvalsgewijze “weeachtige “pijn ook wel koliekpijn genoemd. Als de steen er niet vanzelf uitkomt of “klem” komt te zitten in de urineleider ontstaat de kans op een nierbekkenontsteking of schade aan de nierfunctie. Nierstenen kunnen afhankelijk van de hoeveelheid klachten, grootte en ligging op verschillende manieren worden behandeld. Soms kan er afgewacht worden of de steen er vanzelf uit komt maar er kan ook gekozen worden voor een behandeling met de uitwendige niersteenvergruizer eswl of met een operatieve verwijdering van de steen; ureterorenoscopie (zie folder) of percutane steenbehandeling (zie folder).
Is het nodig de steen van binnen uit (inwendig) te vergruizen dan gebeurt dit middels een kijkoperatie (ureterorenoscopie). Meestal betreft dit een steen die vast zit in de urineleider tussen nier en blaas of te hard is voor uitwendige niersteenvergruizing. Na inbrengen van een speciaal instrument via de plasbuis kan de steen met een camera in beeld worden gebracht en dmv een laser vergruisd worden. Zoveel mogelijk brokjes steen worden tijdens de ingreep verwijderd. Deze ingreep gebeurt altijd onder algehele narcose op de operatie kamer.
Bij grote stenen in de nier wordt vaak gekozen voor een operatieve verwijdering waarbij de nier van buitenaf wordt aangeprikt (Percutane Nefrolithotomie). Bij deze operatie wordt de nier aangeprikt met een naald waarna er een buisje van 1 cm diameter in de nier wordt ingebracht. Via dit buisje kan met een camera de nier worden bekeken en grotere stenen worden vergruisd of verwijderd. Deze ingreep gebeurt altijd onder algehele narcose op de operatie kamer.